Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 17 december 2009

Effusie

de stad dijt uit in de winter,
met haar kille naalden dieper in de groeven
van onze slijtende platen

men houdt de straat in de gaten,
biddend als prelaten
met kartelranden en rouwnagels
en dichtgevroren oogleden

men ziet hen schuifelen -
losgemaakte schaduwen uit hoeken
en kruimels uit een onbestemde moederschoot

en men weet -
zij zijn de mensen met geknakte ruggen,
of ook vormbewegingen in volstrekte leegte

vrijdag 4 december 2009

Nachtboek

In alle regels bij elkaar gescharrelde foto’s
staan uitgekraste zondes
Zij zijn schuldverklaringen
Zelfs geen Lethe kan de bladzijden doen verblanken –
ook de demon kent immers zijn getal

Kroon me nog niet met dikke koorden
Maar denk aan de laatste lege pagina’s –
Vrijheid en dood

zondag 8 november 2009

Groter dan ons

In dit gebouw leeft men slechts van lijf tot lijf
en in slecht gehechte woonkamers
met stilstaand flikkerende ruisbeelden

Een vreemd verdriet sijpelt door de vloeren
en hecht zich aan de slapende muren
door verstopte leidingen en stenen epigrammen

Het is een discretere wiskunde van gedempte stappen
in dwarsgedraaide traphuizen en veel te hoge gangen
Ergens applaudisseert er een eenzame duivel
met maar één verweerde klaphand

zondag 1 november 2009

Stemvork

terwijl men buiten in sprankelende gesprekken meandert in maanlicht,
vang ik slechts losse letters en gedempte tonen
waarin klaterend gelach wordt tot percussie en het
deinen van de stemmen een ongebroken refrein

het is goed om alleen te zijn onder de velen,
en zich gewiegd te weten in die nachtelijke nestwarmte

het is goed als ik vanop afstand kijk en luister,
en ik in eenzaamheid één word in verstolde mensen
nu eens verenigd als vrienden,
dan weer vechtend als kemphanen

zaterdag 24 oktober 2009

Markering

Er is nu een holte in het bed waar ik waak,
nog verwarmd door tekeningen in droombeelden
van slaapkamers met duizend en één deuren

Haar naam heeft ze in mijn handen geschreven,
en kringelt zich met rook zwijgzaam uit mijn mond

En ik wacht verzegeld tot het regelmatige ademen
die holte in mijn lakenhemel terug zal vullen

woensdag 14 oktober 2009

Stroomnet

hier hang ik mijn liefde op aan ijle draden
die ik in knopen en trossen als ballonnen
en baleinen verspreid over de daken,
boven het stratenplan van warme stegen
met genoeglijk oude cafés

in die lijnen boven de stad koersen alle lichten,
en zwijgend jubelend, met geloken ogen
vonkt mijn verlangen als nooit tevoren

zondag 20 september 2009

Papiervogels

in de auto onder de zon vervagen strepen,
strohalmen en bermen tot gevlekt zomerwaas
en oude foto’s in de gloed van een laag hangende avond

ik ben in de verblindende geuren van benzine en olie
en van zweet op huid in haren

de hemel is een zongestraald schaakbord van Cézanne
terwijl ik teer op lange kilometers met lege koffers,

ik reis angstloos naar waar ik thuis ben

donderdag 20 augustus 2009

Am Bahnhof

De nacht hangt stil over de noklampen en oude stoelen
in verre zeelucht
Zij is beschermd door de vele dekens van warm slapen
waar nu talloze geliefden in sluipen,
rug tegen rug in stof en longen uitgespreid

De klok verspringt
En één lamp knippert traag
op ritmes van gelijkmatig dansende dansers

maandag 3 augustus 2009

Vaderland

De naam van haar vaderland is een goed bewaard geheim
Het zit verscholen in seintaal
tussen vragen en schuchter fluisteren,
waar men haar verloren is in wild waaierende lakens
en zongedroogde straten

Haar land kent vele wetten en geboden, en
allen zijn die zorgvuldig gemaakt
om steeds te worden
gebroken

donderdag 30 juli 2009

Demeter

de anderen omringen ons met plannen
zij leggen de verkeerde wegen aan
en zaaien zaden van onenigheid in onze eenheid

moeders handen beven in levensangst
en rusten zwaar op het gezinsgeluk

de anderen zenden tekenen van verlangen,
van hoop en van bevriende beterschap,
maar wij lezen dit hoogstens als oorlogsverklaring

in lokaal nieuws: vader valt in slaap voor tv

zondag 12 juli 2009

Apostase

Opdat niets hem zou ontgaan, blijft hij altijd wakker
en volgt hij verkeerd het vooruitgaan van de uren
Hij eet één ton tabak en bakt honderd broden
Hij laat zich drenken in wijn en wijdt ongelovigen in
in een nog onbeheerste filosofie van kaalheid

In zijn intussen uitgewrongen lichaam, tussen de botten en vezels
weerkaatst een versleten waarschuwing:
“de vijand is onder ons”

maandag 6 juli 2009

Zomerlief

De nacht is zwanger van oscillerend onweer
Het sleept en slaat in flikkerende dromen,
breekt een hemel vol natte verlangens open

Waar we bij dag door een afgelegen warmte lam gemaakt werden
onder een smeltzon op een schaduwloze aarde,
leggen plotse lichten en krakende regenvlagen
alle contacten weer aan als een tegendraadse kerstboom

In een hoge kamer, verscholen onder een deken in het donker,
ligt een vorm te slapen tussen ver grommende slagen van donder -
ik of jij
of allebei

maandag 29 juni 2009

Maanman

Het gaan is een lange gang die loopt in één richting
van stilaan waken tot slapen op stenen vloeren
Ik zal niet beweren dat ik weet wat
de antwoorden zijn op vragen over leven en dood
omdat ik éénvormig vol ben met lucht en leegte

Maar het is mijn adem die alles bezielt
en het is je stem die dit gaan draaglijk maakt

dinsdag 26 mei 2009

Hertzwelt

Wij zijn geboren in een stenen hemel
om onze tijd uit te zitten in de sporen
en gelaagde golven van geluiden
Ik strek me nu uit over de grijze banen
onder straatlampen en in ruisende wagens
en de volle witte strepen op dampend zwart

Ik ben verloren maar zoekend
Ik ben moe maar grenzeloos levend

Het is lang geleden dat wij geen kou hadden
of ons niet moesten laven aan verre echo’s
van onbereikbaar hoge pillaren

Ik ben geboren om de stemmen te stelen
Wij zijn geboren als stoorzenders

zondag 17 mei 2009

Koningsblauw

mijn straten zijn niet vergeten
hoe stugge stappen klikken van zij die zoeken
naar een kilwarm oord waar lieve woorden nog betaalbaar zijn
en mensen slechts bestaan in vage vormen

mijn kinderen praten de gebroken taal van de voetpaden,
de verkeerslichten en de straten en symbolen,
uitgeknipt in zichtbenevelend neon en stadsdamp

samen zijn zij vele ogen en handen
samen wanen zij zich enkelingen

zondag 3 mei 2009

Schemer over Blankenberge

In de zeekroegen praat men alle talen, de landratten, scheefvaarders
en de bezonken verstekelingen
Als drenkelingen klampen ze me in barensnood aan
met zwemmende ogen en warme monden,
hun verhalen gepekeld met dikke tongen
– Dit is niet mijn volk

In de duinen verstomt het gemompel of
het luide geschal van feesten die al op voorhand vergeten zijn
Daar klamp ik de zee zelf aan, de zwijgend wiegend fluisterende,
de oneindige met donkere ogen waarin men zich nietig ziet
En daar vind ik dat punt, die boei,
een oefening in weids deinende rust
– Dit is mijn herinnering

zondag 26 april 2009

Woord vormt wereld

losse letters in de vorm van ingewikkelde vingers,
gevouwen in gebed of in rust gespreid
op een huid van smetteloos, scherp papier -
een vormeloze proefdruk,
een oefenen in traag vervagen

laten we zwemmen in deze hemel
laten we wandelen in dit landschap
dit is een oneindig grote wereld
die opgevouwen past in een broekzak

donderdag 16 april 2009

De gekransde

Licht omvat licht in foto’s en aandenkens
– de randen zijn er vaag
zo zijn wij ook licht op licht in de nacht,
waar ons verleden wacht in een lange gang,
terwijl wij kijken hoe laat nu de toekomst is

In bed maak ik mij kenbaar:
“Ik wil geen holte vormen in je hoofd,
want zelfs als dronken fruit zwelt in mijn mond,
wil ik niet dat mijn spreken iets breekt.”

Licht omvat ook het donker.

woensdag 25 maart 2009

Forum

(Ik staaf mijn nieuwe taal aan de regels van de kunst
en laat deze omzendbrief het zegel dragen van de satyr)

Een nauwelijks te horen spoor van stemmen,
een spreekkoor dat in dit oord steeds aanwezig is,
zwerft drentelend achter me aan door de oranje lichten,
het gejoel van het laveloze volk en de haveloze geuren
van tabak en vetgele oliebollen
De stemmen zwijgen niet: zij prediken de diep verankerde,
muurweerkaatsende natuurlijke affectie met deze stad,
deze gangen en straten die overal bezaaid zijn met scherven -
nu eens glas, dan weer snippers van linten en verordeningen

Elk is zijn eigen wentelend middelpunt in dit kleurig mensengruis,
maar geen overwoorden kunnen greep krijgen op de buitenkant,
geen kromgebakken marktkramerskreten doorbreken dit binnenzwijgen

Als apostel doop ik de stad tot nieuwgelovige:
met de scheelverschaalde ogen nog gericht op morgen
denkt zij niet aan nu,
maar ik ben diep ademend in haar
Zij is ook mij in de verste uithoek van haar dromen

maandag 16 maart 2009

Tussen bedrijven

gestold, gevangen in een nest vol witte veren
zo bewaakt men een gevonden schat,
een verleden met vreemde vingerafdrukken

één aan één op een hemelbed onder zwarte veren,
zo maken we een samengesteld verhaal
uit edelstenen en schelpen, opalen en maanstenen

waarlijk - lelijk kan men het zeker niet noemen

woensdag 11 maart 2009

Anatman

In het centrum baadt alles in vlakke kalmte,
geen wolk of geen woede verstoort de kern.
Geen dood die er heerst, geen sterven,
geen met klem ontkende gedachten of ontketende verlangens.

In het centrum slaapt de moeder van alle mantra's.
Stemmig spreekt zij slechts tot wat bewegingsloos blijft,
openen doet de doos maar als geen woord gesproken wordt.

zondag 22 februari 2009

Lichten op afstand

zo onscherp als tranen van kou of verloren als de winterwind
die je huid door je kleren striemt
verschuiven de lichten van rood naar wit
en vrachttreinen remmen echoënd af als ijzeren spoken

onafgewerkte gesprekken
halfslapende divinatie boven koffie
wat de dag brengt staat in de kranten

de bogen en hallen en hoeken van dit grijze paleis
zijn vervuld met verkruimelde dromen
en de hoop van zij die 's nachts opgekruld liggen
in de lichten die springen van rood naar wit

dinsdag 17 februari 2009

Wurgvogel

terwijl hij zich bekwaamt in de harde talen,
in de scharen langejaste boeken en esoterische experimenten,
stijgt hij op naar koude hoogtes.
het is niet genoeg dat hij slaagt -
anderen moeten ook falen

alles openbaart zich onder zijn staren
maar de koudmetalen schaal bevat ook een kooi,
daarin een goudgestikte wurgvogel,
daarin een draaikolk van angst

dinsdag 10 februari 2009

Proteus in brand

Dit vloeibare vuur verandert de verlangens
en doet verlangen naar het vreemde:
de keelstemmen op straat die ik niet versta,
en het gedruis van vervaarlijk klinkende glazen die breken, of
de verraderlijke voelsprieten voor intimiteit.

Elke keer als mijn aderen volgelaten worden met dit valse vuur,
word ik weer een ander man,
meer een lichaam dan een ziel en meer een mond dan een tong
en met die mond verken ik de vurige essentie van de anderen
tot ik ga slapen
en dan wakker word met de stem van een verre God van vergetelheid
die waakt over mijn uitgeblutste vuurkuil en zich afvraagt
waarom een man zo vaak

maandag 2 februari 2009

De zee spreekt een andere taal

de zee spreekt een andere taal in dit verre vaarwater
de kapitein is alleen op zijn boot
in de verte de grijze lijn waar de deining overstag gaat
in de donkerblauw geverfde hemel met roodoranje randen
hij ademt en drinkt op vrienden die
te dierbaar zijn om hier te zijn in dit uitgestrekte gezelschap

zijn schip ligt stil in het midden

daar zijn al de eerste sterren van de jonge nacht -
de kapitein blijft kijken, en wenst zich ademloos
een wonderlijk lege morgen

zondag 4 januari 2009

Kan

De eens gebroken bogen van het jaar weven zich weer samen
en vormen het gebeente van dit nieuwe spreken
De donkergelaagde adem van de kou komt nog één keer terug
maar herhaalt zich daarna niet meer
verdreven door het oervuur van een vervroegde verrijzenis

Een man breidt zich uit in die lege ruimte:
de eenparige stem die hem vergezelt spreekt met moed
over hoop en onverhoopte passie, over gerechtigheid en zuiverheid
"Om deze beenderen te herstellen, zijn nog vele zachte handen nodig."