Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

maandag 24 februari 2020

Chai

op een bepaalde manier ben ik wellicht medeplichtig geboren
verbeurd verklaard in de wieg door de lange wortels
die reikten tot diep in de rotte klei van dit land
- ik kan er soms om lachen als een schobbejak, de zot
in een spel kaarten zonder azen. dus ik dien mezelf
een kaartje pillen toe, een kwart zwarte thee met suiker
dwars door de holle buis tussen schedel en schaamstreek.

ik zie chemisch geel tussen de donkere winterwolken
sterren ken ik slechts elektronisch, ik marcheer
door de boulevards van liefde links, links, links
en dan weer eens rechts. zal ik een bericht sturen,
een voorzichtig kattebelletje, een erg klein roosje
van Japans design? of rol ik verder op rupsbanden, hevig
zwetend in mijn vierkante tank, vizier vooruit?

te laat voor het dorpsfeest der vette jaren, te vroeg
voor de tot astronautenvoeding gepoederde eeuwigheid.
het is toch altijd wat.
leefde baron von Münchhausen nu, hij trok zich het moeras uit
naar boven om zich op te hangen aan de hoogste tak
en men zou spreken over een voltooid leven. maar nu
moeten we het allemaal zelf zien te klaren, helden dat we zijn

soms ben ik zo klein dat ik in een vingerhoed zou passen,
soms zo groot dat ik een circustent zou dragen. soms wassen
in onschuld en vergeving. soms vergeven worden door het exces.
vaak wil ik knippen wat me bindt, klimmen over de kim,
altijd heerst de vrees dat de volgende vrijheid
slechts een nog hogere omheining kent.

zaterdag 8 februari 2020

IJzeren boom

zijn wortels zitten door zijn rotsen
zij drinken donker water
dat uitbreekt in witte nerven
als het weer eens winter is

als iemand gestoken wordt
is het altijd louter toeval

het hout is broos en bleek,
niet gemaakt voor pijl noch bijl
en toch woekeren zijn vruchten
waar het helemaal niet zou mogen

morgen knapt er weer een tak
onthult zich weer een onschuldig blad