Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 30 juli 2009

Demeter

de anderen omringen ons met plannen
zij leggen de verkeerde wegen aan
en zaaien zaden van onenigheid in onze eenheid

moeders handen beven in levensangst
en rusten zwaar op het gezinsgeluk

de anderen zenden tekenen van verlangen,
van hoop en van bevriende beterschap,
maar wij lezen dit hoogstens als oorlogsverklaring

in lokaal nieuws: vader valt in slaap voor tv

zondag 12 juli 2009

Apostase

Opdat niets hem zou ontgaan, blijft hij altijd wakker
en volgt hij verkeerd het vooruitgaan van de uren
Hij eet één ton tabak en bakt honderd broden
Hij laat zich drenken in wijn en wijdt ongelovigen in
in een nog onbeheerste filosofie van kaalheid

In zijn intussen uitgewrongen lichaam, tussen de botten en vezels
weerkaatst een versleten waarschuwing:
“de vijand is onder ons”

maandag 6 juli 2009

Zomerlief

De nacht is zwanger van oscillerend onweer
Het sleept en slaat in flikkerende dromen,
breekt een hemel vol natte verlangens open

Waar we bij dag door een afgelegen warmte lam gemaakt werden
onder een smeltzon op een schaduwloze aarde,
leggen plotse lichten en krakende regenvlagen
alle contacten weer aan als een tegendraadse kerstboom

In een hoge kamer, verscholen onder een deken in het donker,
ligt een vorm te slapen tussen ver grommende slagen van donder -
ik of jij
of allebei