hoe meer vragen zich ongebreideld dupliceren
des te dreigender zwijgt de nacht
hoe luider de kerkklokken breken, hoe
stiller ruist de zwarte vaart, hoe
meer ik je wil spreken, des te smaller
wordt de kier van de maan
ik drijf op een berg van afval voorbij
met enkel dit te hebben bereikt:
ik heb alweer één steen gelegd
voor een bouwsel zonder deur,
een plek waar niemand thuis is