Wij zijn geboren in een stenen hemel
om onze tijd uit te zitten in de sporen
en gelaagde golven van geluiden
Ik strek me nu uit over de grijze banen
onder straatlampen en in ruisende wagens
en de volle witte strepen op dampend zwart
Ik ben verloren maar zoekend
Ik ben moe maar grenzeloos levend
Het is lang geleden dat wij geen kou hadden
of ons niet moesten laven aan verre echo’s
van onbereikbaar hoge pillaren
Ik ben geboren om de stemmen te stelen
Wij zijn geboren als stoorzenders
Over 'Onklare taal'
'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. Overigens kan je mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat als je Patron wordt: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019), 'Indiscrete wiskunde' (2021) en 'Chicxulub' (2024). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. De weg een beetje kwijt? Mijn eigenlijke website, die ook 'Onklare taal' heet, verwelkomt je.
dinsdag 26 mei 2009
zondag 17 mei 2009
Koningsblauw
mijn straten zijn niet vergeten
hoe stugge stappen klikken van zij die zoeken
naar een kilwarm oord waar lieve woorden nog betaalbaar zijn
en mensen slechts bestaan in vage vormen
mijn kinderen praten de gebroken taal van de voetpaden,
de verkeerslichten en de straten en symbolen,
uitgeknipt in zichtbenevelend neon en stadsdamp
samen zijn zij vele ogen en handen
samen wanen zij zich enkelingen
hoe stugge stappen klikken van zij die zoeken
naar een kilwarm oord waar lieve woorden nog betaalbaar zijn
en mensen slechts bestaan in vage vormen
mijn kinderen praten de gebroken taal van de voetpaden,
de verkeerslichten en de straten en symbolen,
uitgeknipt in zichtbenevelend neon en stadsdamp
samen zijn zij vele ogen en handen
samen wanen zij zich enkelingen
zondag 3 mei 2009
Schemer over Blankenberge
In de zeekroegen praat men alle talen, de landratten, scheefvaarders
en de bezonken verstekelingen
Als drenkelingen klampen ze me in barensnood aan
met zwemmende ogen en warme monden,
hun verhalen gepekeld met dikke tongen
– Dit is niet mijn volk
In de duinen verstomt het gemompel of
het luide geschal van feesten die al op voorhand vergeten zijn
Daar klamp ik de zee zelf aan, de zwijgend wiegend fluisterende,
de oneindige met donkere ogen waarin men zich nietig ziet
En daar vind ik dat punt, die boei,
een oefening in weids deinende rust
– Dit is mijn herinnering
en de bezonken verstekelingen
Als drenkelingen klampen ze me in barensnood aan
met zwemmende ogen en warme monden,
hun verhalen gepekeld met dikke tongen
– Dit is niet mijn volk
In de duinen verstomt het gemompel of
het luide geschal van feesten die al op voorhand vergeten zijn
Daar klamp ik de zee zelf aan, de zwijgend wiegend fluisterende,
de oneindige met donkere ogen waarin men zich nietig ziet
En daar vind ik dat punt, die boei,
een oefening in weids deinende rust
– Dit is mijn herinnering
Abonneren op:
Posts (Atom)