Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. Overigens kan je mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat als je Patron wordt: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019), 'Indiscrete wiskunde' (2021) en 'Chicxulub' (2024). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. De weg een beetje kwijt? Mijn eigenlijke website, die ook 'Onklare taal' heet, verwelkomt je.

vrijdag 20 december 2013

Sainte-Cathérine

Ik heb dingen gezien en sporen gevolgd
een vrouw die in tranen met cadeaus de cadans van de trap afdaalt
en een dansende Congolese in de kou ik zag
een man met lamheid afzien
een gezicht als halve wijnvlek
en een boogvlek van bloed op het uitgespat perron

Ik heb het heilig land der vaderen met drank in kaart gebracht
boven mijn krachten
en de krakers gezien die de panden ontbrekend in hun mond gebroken hadden
Ik heb gevoeld wat de blik is van een slanke roofvogel en ben opgeschrikt
door de ruwte van stenen stations in De Brouckère
waar ogen rond als knopen geleerd hadden om niet meer te zien

Ik heb gezegend ik weet niet wat
en ben als nevel door diepe stegen afgedaald
om de verhalen niet te vergeten van zij die nog leven
wonen onder de boomgaard van de dode nacht
als verspild fruit
als vruchteloze vechters
tegen cijfers en conclusies in keurige rapporten

maandag 16 december 2013

Очарование

's ochtends kom ik niet tot woorden,
maar wil ik nog eenmaal stil ontsnappen
in het laatste restje nacht
waar we altijd al raadselachtige dieren waren
in de donkerblauwe steppes van de droom.

die kamer moet ik nu verlaten maar
ik heb zwijgend een toverspreuk gesproken,
een ring van rook,
een wolk van teder kunstlicht
die in slow motion langs je lichaam rolt.

en tegen dat de zon weer deemstert
bloeit woordeloos die stofmantel
weer helder als een sterrenbeeld -
als een gezamenlijk ademen
van geliefden rug aan rug.

dinsdag 3 december 2013

Nerven

nauwkeurig tracht ik een brief te schrijven,
een exemplaar van ongeziene pracht over alles
wat waar is en bewaard moet worden, maar
sorry de zinnen zijn zoek geraakt.

ik brand tabak voor de geesten.

aangezien de lijnen niet parallel lopen,
en ik enkel de spraakkunst van vuurwater ken,
dan maar een schildering met vingers:

soms ben ik losse ledematen, gebogen
langs wegen en banen met de wind van
weerstand en men zegt,
men zegt dan dat ik gek ben; echter
ik ben hooguit wat verloren
in de valleien van het denken -
een vallend blad dat jaagt op z'n eigen schaduw.

en je laat me jagen.
meer vragen kan ik niet dan te zijn
wie je altijd bent geweest zonder cliché
m'n lief. dus neem dit aan
als de bomen kaal staan en de wind
weer keert, vergeet ik niet de warmte
van je bloed of het ritme van je slaap;
ik zal naast je zijn, ook al
ben ik scherven. en ik zal weer opstaan
om traag ons spreken te verstaan.

zondag 24 november 2013

Golfslag/Hartslag

zaterdagnacht is gaan zwemmen
in banen van zelfgemaakt onheil
voorwaarts met krachtige slagen
van kust tot kust
in de ban van vele boeien

boven water zijn de vale lichten
en signalen van stoomboten
onder water de schatkamer
van een verbeurd geheugen

ik stroomlijn het denken, ik hoor
de toonaarden door elkaar
van een wereld in drenking
en het nadreunen van natte geluiden
in alle beddingen van de zee

donderdag 7 november 2013

Stormende

(De titel is te lezen met het accent op het einde, als in 'Oostende')

I

ik at natte aarde
en de kamer ging ademen
alles werd het lichaam van
ongekende warmte, dier
en plant en gefluister
van plankenvloeren.

II

Haar stem weeft zich in en uit een weg
langs alle toonladders en kanalen
en beschrijft banen rondomrond het weer
op de weerloze golfslag van m'n tong

Wat begint als een curve van primaten
kan een systeem van stormen worden
brandend op menselijke motoren

III

wie zal zeggen
wiens blijde intrede dit is
in een huis vol deuren
waar vreemd volk zit
maar geen angst heerst,
enkel het herfstkrakeel
van strelende stemmen.

IV

De dag heeft de nacht de wacht aangezegd,
en zij en ik zijn losgeslagen samen
in nagespeeld noodweer
en met feesthoedjes van obsceen geluk.

vrijdag 25 oktober 2013

De ketens los

Is er nog tijd voor grootsheid, voor grandeur
Jawel
Ik heb de muren rond mijn Mykene opgebouwd
naar een grammatica van waarheid

Ik wens geen onmens te zijn, niet
de zoveelste man die een slaaf gemaakt is
van een stalmeester die zegt
dat de man hoort te heersen
dat hij maar moet lijden
en moet zeggen dat ze zagen, die wijven.
Tot daar.

Er moet iets zijn dat groter is dan ik,
er moet iets zijn wat mijn woede nog kan koelen
als ik zie hoe de kraaien komen stromen
uit gewonde mensen en dieren,
daar waar ze elkaar de kop inslaan
Ik constateer dat wat leeft, lijdt,
maar ook wat zinkt, zich kan laven.

Ik heb dromen verzameld en aan touwtjes gebonden,
een mantel gemaakt van avondrood
om brood te breken met de vijand.

Want dat is het, niet,
dat we elkaar nog moeten aankijken
en de gelijkenissen en de verschillen
moeten willen zien zonder pretentie -
die afgod van ironie en dood

Ik heb een stad gemaakt
waar geen angst bestaat
Een staat, totaal
op mensenmaat, nee, voor meer dan man
en vrouw en dier - een stad van torens en tempels
met priëlen voor als het regent, waar
we bouwend bouwen aan onszelf, blok voor blok
als goden van ware waanzin
en allerliefste ontketening

zondag 20 oktober 2013

Pit en woord

Het is niet nieuw, maar daarom niet minder waar
de dagen deemsteren in geleende tijd.

Fruit valt.
De gouden kronen van de bomen
worden afgelegd zoals voorspeld.

We kunnen wel allemaal spreken
over de regen in dit land,
maar dat maakt nog niet de staat van elke druppel
of de steeds hernieuwde strepen water
langs de spiegels die we zien.

Ik krabbel tekens in m'n codex
en ik weet na herfst komt winter
komt lente, maar dat is slechts decor

Het ware bestaan bestaat uit het geluid
van glazen die klinken, en lippen die drinken
van blikken
vol onweerstaanbare dorst.