de einder valt hier nader, lager tegen de grond
als het Avondland verandert in Nachtland,
een grenzeloze zee die niet te bezeilen valt
een brullende vloedgolf stormt op ons af
met miljoenen gezichten vertrokken van de haat
- in de verte weerklinkt een bel
onze gedelamineerde geesten met hun grote woorden
vermogen niks tegen het spookschip dat nu opdoemt