de dromen regenen langzaam uit m'n hoofd
van chiastische liften in overvolle torens
avonden vol massa's aan de waterkant
tollend in feesten, kolkend in geweld -
en ik als hoeder van mijn broeders,
zoeker naar vlinderende geliefden die
me altijd lijken te ontsnappen in cafés
en bars en zetels en dreigende dansers
in mijn nuchterste dromen ben ik dronken
bewoon ik bouwvallen met valdeuren
en slaap ik altijd naakt.
nu drink ik water
om mijn escheriaanse schaduwen te verliezen.
vogels volgen me in duikvlucht terwijl
de innerlijke sluizen weer langzaam
dicht gaan. maar altijd wachten de walkuren