I
Elke dag wordt gewerkt aan ons testament
Elke dag wordt gewerkt aan vergetelheid
II
Op straat de verslagenen de geslagenen
de gehavenden de gedoemden de over-
gedoseerden en die die het allemaal
nog net bij elkaar kunnen houden.
De moeders, de miserabelen,
de zeveraars, de zagers, de zotten
Je loopt over de koppen en kinderen
die hopelijk nog durven hopen
III
In de ruimte het gestage ontstaan van
de droom van het Kessler-syndroom -
het slopen van de sprong, de knip
in onze vleugels. De leugens ook
van onze techno-oligarchen
IV
Op Meta de boomerste takes
vroeger was het beter en de jeugd!
zeggen de domoren die in het stemhok
hun eigen ondergang in gang zetten
De blinde entertaint de blinden
Alles is content, niemand is content
V
In mijn hart der harten was ik nar
en minnaar, overwinnaar en baas,
sjamaan en onnozelaar maar
laten we nu niet praten over mij waar
al meer dan genoeg van is
VI
Op tv de heren met
een gigantische Sovjet-kepi als tekstballon
vol groteske leugens
een fabriek die kreupelen fabriceert
en propaganda fabuleert
VII
In mijn appartement heerst de sleet
ik eet dapper de wansmaak en ik
drink me langzaam tot een God
Elke dag ontluiken duizend liefdes
Elke dag duizelt me het hele bestaan
Elke dag is grieven
Elke dag is rouw