1
Hier stonden pompende fabrieken -
mythische titanen met aristocratische namen:
de Midas van het roet, de Rheia van het roest.
Noeste arbeid voedde hun monsterlijke monden
met kolen voor verkoolde goden
2
Hier was grijs beton en hing beige behang,
met hun eigen stank van plastic
en geel-gerookte bureautafels in vale lampen.
De jaren '70, maar dan voor eeuwig,
een parking waar het steeds weer regent.
Achter vezelhouten gordijnen zaten oude mannen
in grijze pakken. Zij telden hun winsten,
zij telexten hun maîtresses in tijgerprints
en faxten met welwillende ministers.
De vakbonden kregen van hetzelfde vilt een laken.
3
Nieuwe industrieën zijn licht,
je kan er zelfs naar fietsen
en op de diensten is er soja en granola
Het werk is er digitaal
de uitbuiting vanouds organisch.
Vandaag kan je uit grote ramen
de eindeloosheid in staren:
de heet-blauwe hemel hangt hoog
over die schone dorre nuchterheid
van onze zelfgebouwde woestijnen.
Het gehoor is hier beleefd
en de stemmen zijn hier discreet
maar ik weet: diep in de kern
huist nog exact dezelfde duivel