Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

maandag 26 oktober 2020

Schouwing

de dieren vliegen laag over de looplijnen van het kanaal
het groen heeft zijn mantels afgelegd in grijze schetsen
aan verre lampen wordt grof glas geblazen -
's avonds krult de adem over de daken
de nacht is stil gevallen, in de kapotjas van de kille mist
de laarzen klinken dof in doodkleurige bladeren, en
een broos ponton is belast met de doodnormaalste gedachten

donderdag 22 oktober 2020

Locked-in

I

Zeg niet dat we langzaam in lockdown gaan
maar traag onze qi affakkelen

II

Ik heb niet eens mijn eigen constitutie geschreven
en toch ben ik geletterd geboren
in het rechtse rijvak, waar de pechstrook altijd lonkt.
Wie niet sterk of slim is, die moet snel zijn
of domweg in de wieg gelegd voor het geluk.

III

De schuld staat in promotie,
als vanouds volstaat enkel geld om uit het vagevuur te raken
Anders is het all-in tot lang na je dood
Je denkt: de hel is donker en heet
maar de waarheid is: zij is kil en helder,
een eindeloze lijnbus die stinkt naar urine,
een groteske show, gekneed uit plasticine.

IV

Ik bied boeken aan vanuit mijn hoofdzetel
en ik heb er gelukkig geen webinar rond geweven
Smeken om publiek is iets voor politici
of pierrots die op eenwielers door de piste rijden

De woorden smaken dor op mijn tong, gebruikt
en te snel gesproken. Dus ik maak nieuwe runen
om magie mee te bedrijven, in commune te gaan
met waar ik hoop dat je hartkamer klopt

V

Zeg niet dat het een lockdown is
Zeg dat de lijken gewoon drijfhout zijn
Dat de bubbels champagne zijn

VI

Je mag me aanraken ook al heb ik daar geen handleiding voor
die past in een behapbaar formaat.
Ik haal m'n handen door m'n haar
doe alsof het die van iemand anders zijn,
ik steek een sigaret op gerold uit mijn belastingbrief
en ik kijk door de patrijspoort van mijn appartement
alsof het een telescoop is op zoek naar tederheid

VII

Daarbuiten waart al jaren een onpersoonlijke plaag,
een uitgelezen catalogus aan misvormde gedachten,
gedeeld over spiegels in flat design en bouwpakketten.
Zo glipten ook de Grieken binnen

VIII

In dromen ben ik kosmonaut
In vacuüm vallen de bladeren toch weer anders
Ik verlaat mijn baan en zoek traag de jouwe.

maandag 12 oktober 2020

De Wedergeboorte

(Dit is een vertaling van 'The Second Coming' van William Butler Yeats, oorspronkelijk gepubliceerd 100 jaar geleden in 1920).

Draaiend en draaiend in een gapende draaikolk
Kan de valk de valkenier niet horen;
Alles valt uit elkaar, het centrum houdt geen stand;
Slechts anarchie wordt de wereld ten deel
Het met bloed schemerende getij raakt los, en overal
Wordt de ceremonie van onschuld verdronken;
Bij de besten ontbreekt alle overtuiging, en de slechtsten
Zijn vervuld van een fanatieke intensiteit.

Er moet nu toch een soort onthulling komen,
Nu moet toch zeker de Wedergeboorte komen.
De Wedergeboorte! Nauwelijks is dat woord gezegd
Als een weids beeld uit de Wereldziel
Mijn zicht vertroebelt: ergens in het woestijnzand
Een vorm met een leeuwenlijf en een mensenhoofd,
Starre ogen, leeg en meedogenloos als de zon,
Hij beweegt zijn trage dijen, terwijl rondom
De schaduwen van boze woestijnvogels tollen.
De duisternis valt opnieuw; maar nu weet ik
Dat twintig eeuwen van stenen slaap
Zijn getergd tot nachtmerrie door een kinderkribbe,
En welk bruut beest, zijn uur ten lange leste geslagen,
Sleept zich nu naar Bethlehem om zich te laten baren?