Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 26 mei 2020

0

het is glorieus, niets en onmenselijk
te sterven in de onmetelijke halo van de zon
alle talen gereduceerd tot één, een geschenk
dat steekt van ruggengraat tot hersenstam

ik kon nooit zwijgen omdat ik niet kon zingen
en al dat licht was nooit het mijne;
enkel een fractie van wat ik wilde weten

mijn liefde is fotovoltaïsch en ijl als
een wolk van lichtjaren waterstof en helium.
ik maak een synthese van enen en nullen
en smeed smaragden vibraties. dat,
dat kan ik dan weer wel.

in gedachten bouw ik eindeloze tabletten
hemelhoog door het oog van Orion en Horus,
mijn oneindige ode aan wetteloze, weerloze dansers

dinsdag 5 mei 2020

Bloemenmaand

de grasvelden kleuren groen
en ik wandel in de zonnige stilte
van een angst op afstand,
gegroeid uit de gewrichten
van lichaam en lering

mijn liefde is onmeetbaar, alles
niets, een absoluut nulpunt
of een onvoltooide Goldberg-machine
die altijd nog net
een component mankeert

het is altijd iets met die dichters
en hun literatuur van steekschuim

de wereld ontmantelt zichzelf;
soms is in leven blijven
al een doodeenvoudige overwinning.
ondoorzichtig ga ik onder bomen
door. gebrekkig als wild gras

de pollen stijgen op
een stoeptegel ligt los,
mijn handen kleven in mijn zakken
in mij wonen miljarden microben
maar geen één betaalt er één cent huur.